Waar je nooit bent

Flarden wolkenbehang hangen neer
uit de winterhemel

Kleikaden aan weerszijden van een gat
Suizelend water in het midden

Sjorringtouwen, ankerkettingen

Een sleep van boten door een draaibrug, rondcirkelende meeuwen
Niet meer dan drie keer per minuut knipperen met je ogen
anders ga je dood

Eindeloze zondagen

De verveling, altijd bezig
een plek vol broeiwarmte te construeren, net iets verderop

Daar waar je nooit bent