Geluk weet niet veel
heeft geen uithuizige leefstijl
ademt in schrijfwerk, moeizaam ingestudeerde notenbalken
de zoveelste sigaret waarmee je de toekomst uitlacht
Het neemt de zwaarte weg van boekenplanken
beweegt zich voort als een dans
Het wil leven in wat de lente meldt: een herstelde zon
een gespikkelde vlinder met zijn glanzende smuk
in dagen zonder haast
zonder poeha of kristal
Het heeft een eigen zwijgen
maar anders dan van een geheim meesterplan
en neigt ertoe
zichzelf te vergeten