Zand, in striemende wolken
over het strand
Ogen dicht; korrels tikkend
tegen ons aan
Slijpende, schurende wind
Je gezicht onder de capuchon
De zee die nooit tot een einde komt
Zich herhalende gedachten
Invallende stilte tussen ons
alsof alle schelpen in zee zich plotseling sluiten
Vermengen weerloze sneeuwvlokken zich met golven