Elke stem komt van verre melk

Bruine stroken vliegenpapier aan het keukenplafond
draaien langzaam rond, etaleren lijkjes

De wind vouwt weemoedig struiken open
De duisternis valt in, je woorden

dalen neer

Elke stem
komt van verre melk

heeft een bepaald wit in zich
van tand tot tand en bot tot bot

vergeten licht
waar je recht op had

met mistflarden doorwrochten, ongehoord gehuil
diertjes van geroezemoes die stierven op innerlijke vloeren

veertjes van eigen melodieën, weggeblazen
door hoongelach

met je ruggengraat gekromde stoom
van na-ijlend
geroep

om wat had kunnen zijn