Je mooie gezicht
boven een aardbeienveldje
met groene netten tegen de vogels
De zomer gonst en danst
Een ballet gaat in bijen om
Lijdzaam buigende populieren, op de weg gemorste baggerspecie
Rupsbandensporen, verdwijnend in een eigen
verte
Je zwaait, eerder, later, dan dit te binnen gebrachte moment
Onduidelijk op welke afstand
herinneringen zich tegenover elkaar bevinden
in het innerlijk, in een ruimte
die we omsluiten en
zoveel groter is dan wij