Weeltje

De witte, stoffige weg
Kikkers reutelden, pruttelden

Geuren van humus en omgespitte grond
Soms ook de rottende algenlucht van het Ijsselmeer

Vlokken rook uit de fabriek
De figuratieve bijklank van vogelzwermen

Treinen bonkend over de lassen van de rails
Een ijzeren slaaplied dat je meenam, ver weg

Ondanks hun vaagheid markerende krachtlijnen
van verte, vlakte, horizon

Leek uit de gedempte tinten van het landschap
een nevel op te stijgen die iets zocht

Als de waas
om deze herinneringen

Maar wat je terugvindt
de beklemde ritmiek van leven