Verdere vergeten dagen

Het aanlopen van een zuidwester
die rukte aan het witte tafellaken vol wijnvlekken

Uitgeteld, beneveld waren we, alsof de mistflarden
uit ons kwamen en niet uit de met kroos bedekte, verraderlijk op grasland lijkende sloten

Groene nachtlucht verdween
Er was geen zon, alleen een gloed

We slenterden naar oeverland met drooggevallen boten
over een aanslibbingsvlakte, modderspiegels
pollen zeegras, op rubber lijkende groeisels

gingen liggen achter een bos oude, uitgewaaierde wadstokken
met schelpen als een kraag eromheen

probeerden de liefde te bedrijven maar te veel drank, gevoel, gedachten
Altijd weer het simpele dat je nodig hebt om

jezelf los te laten, tevoorschijn te komen
uit je innerlijke schuil- en overwinterplekken

Verdere, onscherp beleefde, vergeten dagen tegemoet

richting het nog niet geformuleerde
dat meteen al in mijn binnenste bestond

geduldig wachtend op latere
scheuten heimwee