Hangende mondhoeken als je thuiskwam
Je rug kunstmatig recht
De blaf van je hond die voorwaarts stormde
De stem van je kind
Je wou een weg afleggen naar het hart
een schreeuw geven vol vuren, kleuren
Maar er waren slechts stiltes
rekeningen, aanzetten tot gedichten
Je dagelijkse vlucht de tuin in
De zon waarin je zo lang mogelijk probeerde te kijken
alsof je met al die vlekken voor je ogen, die bijna blindheid
in de heilige vermenging van pijn en licht
al even het heelal binnen mocht
Geheime lusten
Een vergeten spijker in je broekzak
die plotseling prikte