Onzichtbaar omgeslagen randen van plaatjes
Een gebroken film, kleuren, flitsen
Je trekt een blad met tinkelende ijsblokjes naar ons toe
vertelt me dat je gevoelens meestal eindigen
met een fataal inzicht – zegt niet welk
rent op blote voeten door een pastorietuin
met keukenkruiden en wilde bloemen
onder een slordige, morsige rode lak van avondlicht
Ik weet niet meer in welk jaar
Beelden die door het terugzien langer in je leven
ondanks hun ongrijpbaarheid herhaalbaar, droombaar zijn, maar steeds
anders, in een minder brandend licht, met zich wijzigende lijnen
Een triest vervloeien van contouren die hun ware aard van vlekken, chaos zoeken
vluchtige herkenning al snel bij je wegnemen, alsof je
een doorlopende verdwijning bent in jezelf, niet meer dan halfblind
rondtast met je ogen, in wat je ontglipt