Paarden zag je er sinds het sluiten van de veemarkt niet meer
Laat staan witte
Op de muren van baksteen groeide mos
De stalvloer raakte bezaaid met het glas van ingegooide ramen
Op het dak een verzakt windvaantje dat naar de grond wees
het einde na al dat oosten, westen, noorden, zuiden
Het biljartlaken hing er in lappen bij
Een keu stak uit een gat in de vloer
Ik vond een bril met dikke glazen
zette hem op en zag alles dubbel:
De vlieren die begonnen op te schieten in wat ooit de ontbijtzaal was
De schimmelplekken op de bar
Stralen regenwater die de goot verlieten
zich bewogen als voelsprieten van insecten over de binnenplaats
Maar ondanks alle wazigheid
in de blijvende vaagheid van wat voorbij is en
net iets anders had kunnen zijn of was
dat beeld van mijn vader aan de tafel met het pluchen kleed
de rookwolken uit zijn pijp die
mijn herinnering nooit meer zullen verlaten