Hemeleieren

Glimp van een zee met paarsblauwe koralen
Wachtschepen, een enkele olietanker, drie grijze kruisers met radar

Het aftasten van het heelal – als mijn gedachten
Het duiden van signalen

De naar de hemel meegenomen mannen en vrouwen
zijn nu sterren

Hun licht laat de Emus zien hoe de beneden wereld is
waar ze ondanks hun grote vleugels nooit zullen landen

Ze vinden de aarde met al die in steen gehouwen bergen
saai, geestdodend – letterlijk en figuurlijk

maar de wolken waar ze doorheen vliegen
zijn nooit dezelfde

Hun eieren lopen gevaar op het land, dus worden ze
door het universum geslingerd
hopend op een goede landing, op uitkomen

ergens