Je gezicht, in flarden
Liefhebben wat vervluchtigt
het diepste is
De verzakte verroeste windwijzer in de tuin, rode en witte klavers
Een jurk met halve bolletjes, een lach, een middag
Zwevend, verstrooid, teruggehaald licht
om je heen
dat ergens in al die voorbije momenten
ergens inwendig, vast bestaat
geen ogen meer nodig heeft
om te worden gezien