I
Stilte zou haar oude zelf niet meer zijn
maar in stukken van geluk breken
bijvoorbeeld als ik korstjes gooide
naar de wintervogels
denkend aan jou
Als je echt de mijne was
verwachtte ik opeens veel
van gloed
Zomers
zouden meer willen worden dan ze zijn
II
Als je echt de mijne was
maakten onze blikken
eindelijk hun ruimtereis
We lieten sferen zwellen
alsof ze vruchten hadden
Je lach
voerde me
de nacht in
Je dromen
kwamen bloot te liggen
Ik bedekte ze met mijn leven
tot aan de ochtend
En al het zonlicht werd goud
op het eerste gezicht
III
Verwachtingen verzonnen de nacht
aanrakingen openden het donker
als je echt de mijne was
Opwinding bewoog
haar gouden duizendpoten
Je tong reikte
domeinen aan
Verlangens tekenden kaarten
van schittering
Je zou vuur
redden van mijn eiland
IV
Je glimlach
toverde een onzichtbare sleutel tevoorschijn
die me open deed
Misschien zag je
de wakkerheid in mijn lusten
angst die zich een wurgkraag van stilte snoert
dromen, verloren in poortgewelven
drakenvlerken van bitterheid
driften die weigeren bij hun schatten te gaan slapen
schaduwen, hun krijgsbanieren
kruisend
V
Als je echt de mijne was
wachtte je op me, als een wolk
die niet meer wil zweven
Bomen ruisten
naar ons terug
Je vroeg me niets meer
Je kwam van waar de nacht vertelt
en alle dieren omarmt
en alle instincten bestemt
VI
Levenswarmte rekte zich uit
in je lach
De avond zou ons bloed voelen
zonder het te drinken
Als een nachtwacht
stond het smachten op
Je zou sterren op je nemen
zonder het te weten
maar ik zag ze
Je koude schaduwen zouden naar huis gaan
en jij bleef achter in mijn armen
Als je echt de mijne was
VII
Als je echt de mijne was
raakte je naaktheid
nooit op
We schilderden ogen op de wolken
die we voor ons lieten kijken
terwijl wij
blind verdwaalden
in elkaar