Achtergelaten ladders
Honingraten waar de wind doorheen blaast
Bessensap het bloed als we soldaatje speelden
De tuinder, eeuwige sjekkie in zijn mondhoek, cilinder gif op zijn rug
Kwikdruppels die je later zag ronddrijven in de sloot, als cynische parels
Hoe het natte gras geurde
mist het leven soms opsloot
Rails die er nog liggen
Een lorrie die ons meenam
de groene tunnels in
de aanstaande herinnering tegemoet
langs stapels kisten, ribben van een eindeloos hekwerk
Snippers zilverpapier ritselden om ons heen
weerspiegelden het daglicht flauw
Het beeld van een spreeuw op een met lijm ingesmeerde tak
Het kermend gefluit uit een vastzittend hartje
Nog altijd