Of het wel dezelfde herinnering is die terugkomt
bij jou, bij mij, of er geen
stormstelsels, uitvallende hoogspanningsleidingen, onbetrouwbare
verdeelstations onze signalen verstoorden
Of er geen vreemde wortels en woorden
uit de gronden onder ons opkwamen
er geen koude nachtwind waait inmiddels
door de struiken van je gedoofde blikken
Of je er nog wel bent, in wat was, terwijl heihamers, trilhamers, powerpacks
brullen in de straat, ik koffie drink
mezelf vergeet
Of we niet te veel gewicht toekennen
aan dromen, ongrijpbaar
in een stemloos binnen, een met glasscherven bezaaid
buiten
Of de lichtjes in ons geheugen nog wel
op dezelfde momenten vonken, voor elkaar
en niet als sterren
koud en hoog en ver
bij ons vandaan