Toen de dagen hun nagalmen nog betraden
de tijd zich rekte
duurden momenten samen
eindeloos
De tuin laat je handen
door zich heen gaan
wiegt, geurt, golft
Van de zon
neem je een lichtkrans
Jammer dat de hemel geen grondstoffen heeft
Nu moet ik het doen
met je lach
uit het blauw