Alles daartussen

De verte stond al in dag, het huis nog
in schemering, je keerde me de open flank

van je stilte toe, we zagen de stof niet die nog aanvloog
uit kachels van sterren

Er wierp zich een hypnosesysteem
van verlangen op

Voetstappen van as, ver gedonder van verre treinen

Als ik aan je denk, als het denken me nog eens meeneemt
naar het strand met wijde rimpelingen van vloedwater

dotten groezelig schuim

die je hoofd, je schouders bedekken en weer worden weggeblazen
je beeltenis laten verwaaien in vluchtige vlokken

 is onbekend wat wordt achtergelaten; jij, ik, alles daartussen